Vertalingen sich abarbeiten DE>NL
sich abarbeiten (ww.) | afbeulen (ww.) ; afjakkeren (ww.) ; afsloven (ww.) ; ploeteren (ww.) ; sappelen (ww.) ; sloven (ww.) ; zich afsloven (ww.) ; zwoegen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `sich abarbeiten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: schuftenDE: sich abrackern